Een griend is de plek waar wilgen zijn gepland om er wilgentenen van te oogsten. Die tenen worden benut voor vlechtwerken, manden en andere constructies. De Biesbosch en andere natte plekken aan de vele rivieren en stromen in Nederland kenden tot de jaren vijftig veel bedrijvigheid in de aanplant, oogst en verwerking van wilgentenen, naast biezen en riet. Het was voor menig gezin een bron van inkomsten en had grote invloed op het landschap.
In een projectvoorstel (2002) aan Brabants Particulier Grondbezit, natuurinstellingen en overheden in Noord-Brabant suggereert Frits Bevort van Natuurbouw om op geschikte locaties te experimenteren met revitalisatie van de griendteelt. Hij wijst in het voorstel op de grootste oude griendcultuur van Nederland, aanwezig op het landgoed Uitwijksche Veld (220 ha) van de erven Jamin.
De kosten van deze teelt zouden gedekt kunnen worden door manden en tuinconstructies als streekproduct aan te bieden. Een andere toepassing is decoratief of zelfs kunstzinnig, zoals te zien in de creaties van Piet-Hein Spieringhs van De Vlechterij.
