Maasdal

De voormalige grindafgravingen aan de Maas bij Eijsden werden aanvankelijk door de provincie gemanaged als park. Het beheer was uitbesteed aan groenbedrijven die naar lieve lust maaiden en aanplantten. Eind jaren tachtig werden deze ruim 125 hectare gronden (twee-derde water, 17 ha landbouwgrond en de rest natuur) overgedragen aan de gemeente Eijsden die bereid was het experiment aan te gaan om een deel van de oeverlanden als natuurgebied te beheren.

Dat beheer werd onder andere uitbesteed aan Frits Bevort van Natuurbouw. Samen met vrijwilligers van de Stichting Nieuwe Werkvormen uit Maastricht plaatste Bevort hekken met een paar wandelaarspoortjes rond het gebied, zodat er Drentse schapen en koeien van het ras Limousine losgelaten konden worden. Grazers die ook bij slechte weersomstandigheden prima voor zichzelf kunnen zorgen in de vrije natuur.

In tegenstelling tot maaimachines zijn wilde paarden, koeien en schapen wel in staat om onderscheid te maken tussen gras en bloemen. Ze eten met smaak van jonge zaailingen en laten een bedankje achter dat dient als voer voor insekten en meststof voor nieuwe begroeing. Wandelaars moeten even wennen aan grazers op hun pad, maar als die eenmaal begrijpen dat kalfjes geen speelgoed zijn dan staan de grondgebruikers elkaar niet in de weg.